"VERANTWOORD DURVEN"

 

 KADERNOTA 2004-2007

 

 

Amersfoort, 8 april 2003

 

 

 

 

Aan de gemeenteraad

 

 

Inleiding

Vorig jaar hebt u ter voorbereiding op de begroting voor het eerst een zogenaamde kadernota besproken. In het vervolgproces hebt u na ontvangst van de septemberbrief, in november 2002 de meerjarenbegroting 2003-2006 vastgesteld. In dat kader hebt u ons opgedragen om te komen met bezuinigingsmogelijkheden. Met deze kadernota geven wij invulling aan uw opdracht; tevens gaan wij in op de actuele financiële situatie, waaronder het beschikbaar komen van de middelen uit de verkoop van de REMU-aandelen.

Deze kadernota heeft twee verschillende gezichten: enerzijds de steeds somberder wordende financiële vooruitzichten en de noodzaak tot drastische bezuinigingen; anderzijds een groot beschikbaar bedrag vanuit de REMU-verkoop waaruit (eenmalig) een aantal wensen kunnen worden gefinancierd. Deze twee gezichten moeten in onderlinge samenhang worden bezien. Ook in de communicatie naar de burger moet goed verantwoord kunnen worden waarom enerzijds bepaalde zaken (eenmalig) wel kunnen en anderzijds op veel onderdelen (structureel) bezuinigd moet worden.

Perspectief

Juist in een economisch slechte situatie is het van belang dat we ons niet in somberheid verliezen en dat bepaalde zaken toch door kunnen gaan. Wij achten het niet verantwoord, gelet op de toekomst van deze stad, alle nieuwe zaken en plannen te schrappen en niet meer te werken aan nieuwe plannen. In deze groeiende stad moeten immers de daarbij behorende voorzieningen tot stand kunnen komen. Onze leidraad blijft daarom het stadsperspectief. Wanneer we daarmee zouden stoppen zou dat onzes inziens "de dood in de pot" zijn. Bovendien kan de (lokale) economie goed investeringsimpulsen gebruiken. Uiteraard moet dat behoedzaam en verantwoord gebeuren. We moeten ook niet alle durf verliezen en niet stil blijven staan in afwachting van betere tijden. Vandaar ook dat wij aan deze kadernota het motto "VERANTWOORD DURVEN" hebben meegegeven.

Begrotingsproces

Na de invoering van de dualisering hebben wij met u een begrotingscyclus afgesproken met daarin drie momenten van beraadslaging door de gemeenteraad:

  1. De kadernota, waarin de raad aan het college de kaders meegeeft voor de nieuw op te stellen begroting; door middel van moties kan de raad uitspraken nadrukkelijk vastleggen.
  2. De (programma)begroting, ter vaststelling door de raad, waarbij door u getoetst wordt of in voldoende mate aan de kaders invulling is gegeven; aanpassingen in de conceptbegroting worden vastgelegd met amendementen.
  3. Het jaarverslag, waarbij het college rekenschap aan de raad aflegt van het door haar gevoerde bestuur en de raad zijn controlerende taak kan uitvoeren door het verantwoordingsdebat.

 

Doelstelling kadernota

Zoals gezegd wilt u met de kadernota duidelijke uitspraken doen c.q. kaders stellen voor de nieuwe meerjarenbegroting. Veel ligt al vast in besluitvorming door uw en vorige raden in het verleden; tenzij er nadrukkelijke uitspraken daarover worden gedaan zal het bestaande beleid worden gecontinueerd. Verder kan uw raad kaders aangeven voor nieuw beleid. Hoe duidelijker de uitspraken van uw raad hoe beter ons college hiermee rekening kan houden en hoe beter de raad zijn controlerende taak kan uitoefenen. De te stellen kaders zijn uiteraard sterk afhankelijk van de financiële situatie en de bestuurlijke prioriteiten van de raad (raadsprogramma).

De kadernota van dit jaar staat vooral ook in het teken van bezuinigingen.

De kadernota is opgesteld door ons college als voorzet voor de discussie in de raad. Zij bevat richtinggevende uitspraken die door u kunnen worden beoordeeld, overgenomen, verworpen, aangevuld, enz. Zo nodig vast te leggen in moties.

Inhoud kadernota

Wij zullen hierna achtereenvolgens ingaan op:

  1. De financiële situatie in structurele zin, dus in meerjarig perspectief.
  2. De financiële situatie in incidentele zin; het gaat dan over middelen die eenmalig beschikbaar zijn zonder doorwerking in het meerjarige perspectief.
  3. De beschikbaar gekomen REMU-middelen (in feite ook incidentele middelen)
  4. De gemeentelijke lastenontwikkeling.
  5. De bezuinigingsvoorstellen.

 

 

De structurele financiële situatie

Wij willen hier aansluiten bij de informatie die wij in de septemberbrief 2002 hebben verstrekt. Wij hebben toen een aantal zaken genoemd die de risico’s voor de komende tijd zouden bepalen. We kwamen op een bandbreedte van € 0,1 tot € 10,0 mln. en op grond daarvan zijn bezuinigingsvoorstellen voorbereid van € 5,0 mln. In de hoop daarmee te kunnen volstaan voor de huidige raadsperiode.

De inschatting in de septemberbrief zag er als volgt uit:

OZB 0,0 - 1,5 mln.

FWI 0,0 - 5,0 mln.

Gesubsidieerde arbeid 0,0 - 3,5 mln.

Gemeentefonds 0,1 + PM

Veiligheid, onderwijs, spec. uitk. 0,0

TOTAAL 0,1 - 10,0 mln.

Afschaffing OZB

Op basis van het vorige regeerakkoord gingen we uit van afschaffing van de OZB voor woningen. Inmiddels is er een nieuw kabinet in voorbereiding, dat deze afschaffing niet door wil laten gaan. Op grond daarvan gaan wij er thans vanuit, dat hier geen bijzonder risico meer wordt gelopen.

Sociale zekerheid en gesubsidieerde arbeid

Het voornemen om de gemeenten 100% risicodragend te maken voor de bijstandsuitgaven staat nog steeds overeind. Beoogd is dit geheel te laten verlopen via het FWI (Fonds Werk en Inkomen), waarvan de verdeling over de (grote) gemeenten gebaseerd wordt op algemene, objectieve verdeelmaatstaven, dus los van de werkelijke uitgaven. Voor Amersfoort heeft de eerste tranche tot 25% risicodragend een fors nadeel opgeleverd. Dit nadeel is naderhand enigszins beperkt tot € 0,9 mln., doordat een zogenaamd bodembedrag is ingevoerd. Daar beneden worden gemeenten extra gecompenseerd en dat geldt onder andere voor Amersfoort. Of deze methodiek één op één wordt doorgevoerd bij optrekking van het percentage naar 100% is onduidelijk. Evenals de termijn waarop. Voorshands gaan wij er van uit, dat het risico ten opzichte van de septemberbrief wel wat is afgenomen.

Sterk hiermee samenhangend is het probleem van de gesubsidieerde arbeid. Er is nog veel onduidelijk hoe het nieuwe kabinet hier mee om zal gaan en of er steeds voldoende financieringsbronnen aanwezig blijven. Het nieuwe kabinet in voorbereiding is van plan hierop minder te bezuinigen dan het huidige. Het rijk subsidieert thans nog slechts 230 ID-banen terwijl er momenteel 278 Amersfoorters zijn met een dergelijke baan.

Er zijn inmiddels landelijke convenanten gesloten om het aantal gesubsidieerde banen terug te dringen door een subsidie te geven op het "witten" daarvan. Die subsidie is eenmalig. Het streven is om door middel van instroombeperking en vooral uitstroombevordering te bereiken dat het aantal ID banen binnenkort op het niveau van de rijksbijdrage is gekomen.

Wij zullen binnenkort met voorstellen komen over het eventueel "witten" van ID-banen waarvan de gemeente de werkgever is.

Wanneer mensen niet uitstromen naar een reguliere baan zal instroom in de reguliere bijstand plaatsvinden hetgeen de risico’s daar vergroot. Het is moeilijk te becijferen wat de totale financiële consequenties zullen zijn op de langere termijn. Voorlopig ramen wij het risico voor de uitbreiding van het FWI en de verminderde rijksgelden voor ID-banen totaal op een bedrag tussen € 2,0 en € 3,0 mln.

Specifieke uitkeringen

Opnieuw wil het komende kabinet extra gelden uittrekken voor zorg, veiligheid en onderwijs. Maar het is ook nog zeer de vraag in hoeverre deze gelden bij de gemeenten terechtkomen. Indien dat het geval is zullen deze gelden uiteraard ook voor dat specifieke doel worden ingezet.

Anderzijds vinden ook kortingen plaats op specifieke rijksuitkeringen, b.v. voor GSB en ISV. Wij gaan er vanuit, dat deze kortingen binnen de desbetreffende taakgebieden kunnen worden opgevangen.

Op grond van het vorenstaande nemen wij als uitgangspunt dat geen bijzonder risico wordt gelopen voor de structurele gemeentefinanciën.

Gemeentefonds

In de septembercirculaire van de minister van Binnenlandse zaken werd voor het gemeentefonds nog steeds uitgegaan van een reële groei voor de komende jaren. In de meerjarenbegroting 2003-2006 hebben we onze ramingen daarop gebaseerd.

De economische en financiële situatie is inmiddels dermate verslechterd, dat in de kabinetsonderhandelingen over een landelijk totaal-bezuinigingsbedrag wordt gesproken van een bedrag tussen de € 14,0 en € 20,0 mld. Doorvertaling daarvan naar het gemeentefonds betekent een grote structurele korting voor Amersfoort. Een negatieve groei van -/- 1% binnen het gemeentefonds betekent voor ons een korting van € 10,4 mln. Als we zouden uitgaan van een 0% groei, betekent dat voor Amersfoort nog altijd een korting van € 5,6 mln.

De vooruitzichten zijn op dit punt dus aanmerkelijk verslechterd.

In de maartcirculaire heeft minister Remkes ons meegedeeld, dat het reëel is om van een negatieve groei uit te gaan. Het risico schatten wij in tussen € 5,6 en € 10,4 mln.

Wij gaan er voorlopig van uit dat deze kortingen de komende jaren geleidelijk op ons af zullen komen. Er zijn echter ook signalen, dat de kortingen eerst met ingang van 2005 in alle hevigheid op ons af zullen komen. Niettemin blijft het noodzakelijk daarop te anticiperen.

Onzekerheden

Opnieuw is sprake van veel onzekerheden. De kabinetsformatie is nog niet afgerond en hoe de economische situatie zich verder zal ontwikkelen is onduidelijk. Tekenen van herstel zijn nog niet aanwezig, de gevolgen van de oorlog in Irak zijn onbekend. En bij herstel zal het naijleffect voor de gemeentefinanciën zeker enkele jaren zijn.

Recapitulerend: rijkskortingen

Op grond van vorenstaande moeten we concluderen, dat de gemeentefinanciën in de komende meerjarenbegrotingperiode 2004-2007 als gevolg van rijksmaatregelen zullen teruglopen met € 7,6 tot € 13,4 mln.

OZB 0,0

FWI en gesubsidieerde arbeid 2,0 - 3,0 mln.

Specifieke uitkeringen 0,0

Gemeentefonds 5,6 - 10,4 mln.

TOTAAL 7,6 - 13,4 mln.

 

Autonome ontwikkelingen

Hieronder verstaan we de (andere) financiële ontwikkelingen, die over ons heen komen zonder dat wij daarop zelf invloed hebben. Wij rekenen daartoe ook de inkomsten en uitgaven die gebaseerd zijn op de autonome groei van de stad. In principe zouden de inkomsten en uitgaven hiervoor elkaar in evenwicht moeten houden. Een aantal factoren veroorzaakt een tekort. Het RIO (regionaal indicatie orgaan) heeft te maken met een zeer sterk groeiend aantal klanten. Alleen al voor het jaar 2004 kost dat structureel € 0,25 mln. extra. De gemeentelijke afdeling Sociale Zekerheid wordt geconfronteerd met toenemende werkzaamheden. De formatie-uitbreiding die daarvoor nodig is kost € 0,35 mln. De OZB-opbrengst valt tegen met € 0,25 mln. Ook het beroep op de voorzieningen in het kader van de WVG (Wet voorziening gehandicapten) is sterk toegenomen. Wij zullen het verstrekkingenbeleid aanpassen en stellen voor de noodzakelijke toename van het budget voor 2004 te dekken uit de incidentele middelen.

Samen met een groot aantal andere zaken leiden de autonome ontwikkelingen tot een structureel tekort van € 0,5 mln. tot € 1,0 mln. vanaf het jaar 2004.

Nieuwe wensen

Uit hetgeen hiervoor is opgenomen zal duidelijk zijn, dat er in principe geen ruimte is voor nieuw beleid. Toch zijn er altijd wensen die een behoorlijk "noodzakelijk" karakter hebben. Als voorbeeld noemen wij het structureel maken van het budget voor de versterking van de griffie, de kosten voor het instellen van een gemeentelijke rekenkamer, de mogelijk extra kosten van de accountantscontrole in het kader van de dualisering, de kosten van doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken.

Gelet op de actuele financiële situatie zullen wij echter moeten uitgaan van het reeds genoemde principe dat voor deze nieuwe wensen vooralsnog geen budget beschikbaar kan worden gesteld.

Bezuinigingen

Wij komen hierop nog terug. Er ligt een pakket van bezuinigingsvoorstellen van € 5,0 mln. Wij gaan er voorshands van uit, dat dit bedrag helemaal wordt gebruikt om de tegenvallende ontwikkeling van de gemeentefinanciën op te vangen.

Financiële scenario’s

Wij hebben twee scenario’s doorgerekend voor de komende jaren, een "NUL-scenario" uitgaande van een nulgroei van het gemeentefonds en een "MIN 1%-scenario" uitgaande van een negatieve groei van het gemeentefonds van 1%.

 

NUL-scenario 2004 2005 2006 2007 totaal

Gemeentefonds 1,4 1,4 1,4 1,4

Autonome ontwikkelingen 0,5 0,5 0,5 0,5

FWI/gesubsidieerde arbeid 0,5 0,5 0,5 0,5

Wensen, structureel 0,0 0,0 0,0 0,0

TOTAAL 2,4 2,4 2,4 2,4 9,6

Bezuinigingsvoorstellen 2,3 1,1 1,1 0,5 5,0

 

 

 

 

 

MIN 1%-scenario 2004 2005 2006 2007 totaal

Gemeentefonds 2,6 2,6 2,6 2,6

Autonome ontwikkelingen 1,0 1,0 1,0 1,0

FWI/gesubsidieerde arbeid 0,7 0,8 0,7 0,8

Wensen, structureel 0,0 0,0 0,0 0,0

TOTAAL 4,3 4,4 4,3 4,4 17,4

Bezuinigingsvoorstellen 2,3 1,1 1,1 0,5 5,0

Conclusies

Wij trekken de volgende conclusies:

  1. In het NUL-scenario helpt het bezuinigingsbedrag ons twee jaar vooruit; met ingang van 2006 zullen nieuwe bezuinigingen nodig zijn.
  2. In het MIN 1%-scenario kunnen we met het bezuinigingsbedrag slechts een jaar vooruit en zullen met ingang van 2005 forse nieuwe bezuinigingen nodig zijn.
  3. In beide gevallen zullen de bezuinigingen eerder in de tijd beschikbaar moeten komen; hetgeen kan leiden tot aanvullend middelenbeslag (faseringskosten).
  4. Aan het vaststellen van een bezuinigingspakket van € 5,0 mln. op dit moment valt niet te ontkomen.
  5. Voor de invulling van nieuwe structurele wensen is in principe geen budget beschikbaar.

Bij de begrotingsbehandeling in november 2003 (wanneer ook de uitkomsten van het nieuwe regeerakkoord bekend zijn) zullen wij met nadere voorstellen komen voor verdere bezuinigingsoperaties in de toekomst, inhoudelijk (prioritering) en procesmatig.

 

De incidentele financiële situatie

Naast de structurele financiën zijn ook altijd de incidentele middelen van belang. Dat zijn middelen die eenmalig beschikbaar komen en waarvoor uitgaven kunnen worden gedaan zonder dat die in principe een structurele doorwerking hebben.

Rekeningssaldo 2002

Het rekeningssaldo wordt binnenkort gepubliceerd in het jaarverslag 2002. Op deze plaats kunnen wij reeds melden dat er een voorlopig positief bruto rekeningsresultaat is van rond de € 9,0 mln. Het is een voorlopig cijfer, accountantscontrole moet nog plaatsvinden. Dit resultaat is niet te vergelijken met de resultaten van voorgaande jaren. Toen werden namelijk bij de tussentijdse voor- en najaarsnota allerlei wijzigingen in de begroting aangebracht en bestemmingen van positieve saldi tussentijds geregeld. Als dat ook dit jaar gebeurd zou zijn, zou het saldo aanzienlijk lager uitgekomen zijn. Ook is het goed om te vermelden dat de vermogenstoename van de gemeente over 2002 op basis van nog voorlopige cijfers "slechts" € 5,4 mln. bedraagt.

Het goede rekeningsresultaat is nagenoeg geheel ontstaan door incidentele oorzaken. Door de sterk gestegen rijksuitgaven kregen wij, incl. na-uitkeringen over oude begrotingsjaren, nog een forse extra uitkering ten opzichte van de begroting van totaal ca € 5,0 mln. Structurele doorwerkingen zijn er (in negatieve zin) voor tegenvallende OZB-opbrengsten en de tegenvallers bij het RIO. Deze tegenvallers hebben wij reeds verwerkt in de structurele cijfers zoals die hiervoor zijn gepresenteerd.

Wij beseffen, dat het presenteren van een fors positief rekeningssaldo in tegenspraak lijkt met negatieve scenario’s voor de toekomst. Het onderscheid tussen incidentele meevallers en de structurele doorwerking naar de toekomst moet echter goed gemaakt worden. En ongetwijfeld weerspiegelen zich in het rekeningssaldo nog de positieve naweeën van een economisch florissante tijd, die thans echt voorbij is. Een naijleffect van enkele jaren is binnen de gemeentefinanciën altijd merkbaar.

Een deel van het rekeningssaldo wordt gebruikt om budgetten die in 2002 nog niet tot besteding kwamen of konden komen over te hevelen naar 2003. Bij de vaststelling van de jaarrekening zullen daartoe concrete voorstellen worden gedaan. Daarnaast zullen wij voorstellen diverse bedragen te bestemmen onder andere voor het treffen van een voorziening voor de afwikkeling van (een deel van) de kosten SWA 2002, voor het implementatiebudget ten gevolge van de ombuigingsoperatie en voor een groot aantal andere (kleinere) zaken. De voorstellen daarvoor zullen ook bij de vaststelling van de jaarrekening 2002 aan de orde komen. Tevens willen wij voorstellen een bedrag van € 0,35 mln. te reserveren voor een eenmalige verlaging van de OZB met 1%. Wij komen daarop bij de "lastenontwikkeling" nog terug.

Globaal komt hiermee het resterend rekeningssaldo op nul uit.

Saldireserve

Door diverse zaken is de saldireserve iets hoger uitgevallen. In de septembercirculaire is voor de uitkering uit het gemeentefonds een eenmalige extra uitkering aangekondigd van € 2,0.

Al met al komt in de saldireserve ongeveer € 2,5 mln. extra beschikbaar. Er zijn echter ook nog een aantal incidentele tegenvallers te verwachten. Afzonderlijk noemen we daarvan de verplaatsingskosten c.a. van het woonwagencentrum De Birkt naar Nieuwland ad. € 1,1 mln.

Verder zal een bedrag gereserveerd moeten blijven voor het opvangen van de faseringskosten zoals die zich in elke begroting voordoen. Enkele miljoenen zijn op grond van ervaringen daarvoor altijd wel nodig. Zeker als ook de bezuinigingstaakstellingen in de tijd naar voren zouden moeten worden gehaald.

Reserves en voorzieningen

Wij hebben toegezegd bij de begroting voor 2004-2007 met een geactualiseerde nota voor de reserves en voorzieningen te komen. Daarin zullen wij ook meenemen de gevolgen van de gewijzigde (comptabiliteits)voorschriften (Besluit Begroting en Verantwoording, BBV). Al onze reserves en voorzieningen zijn op grond van eerdere raadsbesluiten concreet bestemd dan wel worden reeds gebruikt voor de afdekking van exploitatiebudgetten. Vrij besteedbare middelen daarbinnen zijn dan ook niet aanwezig, althans niet zonder bestemmingswijziging van de huidige reserves.

Grondexploitaties

In het verleden leverden de grondexploitaties per jaar een behoorlijk bedrag aan incidentele middelen op. Door de verslechterde economische situatie is deze inkomstenbron behoorlijk opgedroogd. Bovendien zijn er minder grondexploitaties. Daar komt bij dat een groot deel van onze grondexploitaties is ondergebracht in een PPS. Eventuele winsten daaruit komen pas in de verdere toekomst beschikbaar.

Er zijn actualiseringen gemaakt van de grondexploitaties BSG (Bestaand Stedelijk Gebied), Nieuwland en Calveen, CSG (Centraal StadsGebied), de Wieken e.o., De Hoef en Bovenwijkse Voorzieningen (Infrastructuur). Verder zijn risicoberekeningen gemaakt en waar nodig voorzieningen voor de opvang van die risico’s getroffen. Per saldo resteert een positief saldo van € 2,7 mln. Daarvan is op grond van eerdere raadsbesluiten € 1,4 mln. regulier bestemd voor de voeding van de Reserve Stedelijke Voorzieningen (RSV). Wij stellen voor om de andere € 1,3 mln. te reserveren voor de opvang van personele kosten bij de afdeling Economische Ontwikkeling die nu of in de toekomst niet meer afgedekt kunnen worden ten laste van projecten grondexploitaties, terwijl de aanwezigheid van dat personeel desondanks dringend gewenst blijft.

Bij het jaarverslag/de jaarrekening zullen wij op al deze zaken terug komen.

Bij de begroting 2004-2007 zal u ook een geactualiseerde nota "Voorzieningen Vathorst" worden aangeboden. Daaruit zal blijken, dat er voorshands voor deze voorzieningen nog steeds sprake is van een faseringstekort en dat voor bepaalde gewenste voorzieningen nog geen middelen beschikbaar zijn (zoals voor een zwembad in Vathorst).

Conclusie incidentele middelen

De conclusie ten aanzien van het totaal van de incidentele middelen is, dat het nog een hele toer zal worden om hiermee op nul uit te komen. Daarmee verdwijnt de mogelijkheid om incidentele wensen te honoreren.

De REMU-middelen

Wij hebben te maken met de zeer bijzondere situatie dat in een tijd van grote financiële krapte door de verkoop van het energiebedrijf REMU een groot eenmalig bedrag beschikbaar komt ter vrije besteding. Netto, na aftrek van een bedrag ter compensatie van het wegvallende dividend, gaat het om een bedrag van € 22,0 mln. Mogelijk dat over enkele jaren, wanneer voor de nieuwe eigenaar alle risico’s volledig inzichtelijk zijn geworden, nog een nauitkering plaatsvindt van enkele miljoenen.

Reserve Stedelijke Voorzieningen

Enkele jaren geleden hadden wij reeds gehoopt op een verkoop van het energiebedrijf. De begrote middelen daaruit waren verwerkt in de Reserve Stedelijke Voorzieningen, die bestemd was voor de uitvoering van het stadsperspectief. Vorig jaar is dat terug gedraaid omdat de verkoop niet doorgegaan was. Nu we alsnog de REMU-middelen krijgen willen we ons in de besteding daarvan onder andere laten leiden door de uitgangspunten van het stadsperspectief. Inmiddels is er een nieuw raadsprogramma dat voor een groot deel overlapt met het stadsperspectief maar daar ook nieuwe zaken aan toevoegt. Uiteraard zullen we ook met de andere prioriteiten uit het raadsprogramma rekening houden.

De RSV is bestemd voor grotere investeringen. Ook daaraan zouden wij willen vasthouden. Op die manier kan er een investeringsimpuls uitgaan naar de lokaal financieel-economische situatie. Het aanwenden van deze gelden om een deel van de structurele bezuinigingen op te vangen is volgens ons "het paard achter de wagen spannen" . Enerzijds kan er maar een zeer klein deel van de bezuinigingen mee worden opgevangen (€ 22,0 mln. op rente enz. gezet levert ongeveer € 1,5 mln. per jaar op), anderzijds blijft een investeringsimpuls achterwege.

Preferente bestedingen

Uw raad heeft in het afgelopen jaar een aantal zaken benoemd, die bij voorrang uit de REMU-middelen zouden moeten worden betaald: het open houden van het Bosbad, de keermuur Brouwerstunnel en een impuls voor de onderwijshuisvesting.

Wij stellen voor om voor het Bosbad te blijven uitgaan van een bedrag van € 3,5 mln. Voor dit bedrag kan een adequate voorziening voor 40.000 tot 70.000 bezoekers worden gerealiseerd. Vanuit deze optiek heeft de NV SRO dit voorstel ook gedaan. Wanneer we op dit moment voor de keus zouden staan voor een nieuw te bouwen bosbad zou ook ongeveer dit programma worden aangehouden

Een hoger bedrag achten wij niet verantwoord. In de eerste plaats is € 3,5 mln. een hoge investering in een voorziening die een beperkt deel van het jaar bruikbaar is en dan gebruikt wordt door een beperkt deel van de Amersfoortse bevolking. In de tweede plaats is het naar onze mening moeilijk uit te leggen naar de burgers dat in deze tijd van bezuinigen een nog grotere investering in het Bosbad zou worden gedaan.

De kosten voor het verplaatsen van de keermuur bij de Brouwerstunnel bedragen € 0,7 mln.

Op initiatief van uw raad is met de actiegroep "De basis is boos" overeengekomen dat middelen vrijgemaakt moeten worden voor de onderwijshuisvesting. Voor de hoogte van de raming hebben wij ons gebaseerd op het afstoten van 10 tot 20 noodlokalen op een dislocatie. Op die manier komen wij op een raming van € 2,5 mln. tot € 3,5 mln. Wij stellen voor van dat bedrag uit te gaan. Meer aanpassingen zouden onzes inziens uit de reguliere onderwijsbudgetten gefinancierd moeten worden zoals uit het budget voor klassenverkleining. In hoeverre het daadwerkelijk plaatsen van noodlokalen op de nieuwe locaties nog gepaard kan gaan met de nodige technische en RO-problemen zal nader moeten worden bekeken en afgewacht.

 

 

Ten gevolge van door uw raad genomen besluiten in de afgelopen periode over de Baggerstort, het niet doorgaan van de plannen in Birkhoven-Noord en Birkhoven/Bokkeduinen en het afblazen van het station Koppel moeten daarvoor gemaakte (plan)kosten worden afgeboekt. Totaal gaat het om ca € 1,5 mln. waarvan wij voorstellen die ook preferent af te boeken van de REMU-gelden.

Verdeling REMU-middelen

Na aftrek van de hiervoor genoemde preferente bestemmingen resteert een bedrag van bijna € 13,0 mln. Voor de verdeling hiervan zouden wij de eerder afgesproken uitgangspunten voor de RSV willen handhaven, te weten: 49% voor bereikbaarheid en VVP; 2 % voor stedelijk groen en 49% voor overige voorzieningen. In bedragen komt dit neer op resp. € 6,35 mln., € 0,3 mln., en € 6,35 mln.

Bereikbaarheid en VVP

Vorig jaar zijn veel voorgenomen en gewenste bereikbaarheidsinvesteringen geschrapt. Nu er weer wat middelen beschikbaar zijn hebben we de projecten geïnventariseerd met de hoogste prioriteit. We komen dan tot het volgende lijstje:

Snelfietsroute Valleikanaal met onderdoorgang A28 1,0

Snelfietsroute Vathorst 1,5

Verbinding Vathorst, verlengde Reiniertunnel 0,5

Aanpassingen Stationsplein 0,8

Reconstructie ontsluitingswegen 1,7

Reconstructie Stichtse Rotonde 3,0

Verkeersveiligheid in schoolomgevingen 1,0

Kleine verkeersaanpassingen 1,5

TOTAAL 11,0

Hieruit zal een keuze gemaakt moeten worden.

Overige voorzieningen

Ook hier is vorig jaar fors gestreept en gefaseerd in de plannen. Rekening houdend met het raadsprogramma en het stadsperspectief komen wij tot de volgende prioriteiten voor de bestemming van dit compartiment:

Stedelijke herstructurering (stelpost) 3,0

Verbetering Eemkades 2,0

Groen-Blauwe structuur (stelpost) 3,0

Jongerenvoorzieningen ( 12-20 jaar) 2,0

ABC-scholen 2,0 tot 4,0

Speelvoorzieningen jongeren (4-12 jaar) 1,0

Zwembad Vathorst 10,0

Vierde hockeyveld 0,2

Kinderboerderij Vathorst 1,0 tot 1,5

TOTAAL circa 25,0

Ook hier zullen dus keuzes gemaakt moeten worden.

 

 

 

Lastenontwikkelingen

In zijn algemeenheid is in de berekening van de financiële perspectieven uitgegaan van een aanpassing van de belastingen en tarieven aan de nominale ontwikkelingen. Daaronder verstaan wij het gewogen gemiddelde van loon- en prijsstijgingen. Dit principe moet naar onze mening zeker in de komende meerjarenbegrotingperiode gehandhaafd blijven.

Voor de afvalstoffenheffing blijven wij uitgaan van volledige kostendekking. Over de invoering van DIFTAR zullen wij u binnen afzienbare tijd nader rapporteren.

In de bezuinigingsvoorstellen wordt een uitbreiding van de toeristenbelasting voorgesteld door een heffing van 6% op de overnachtingtarieven.

Voor de OZB wordt in de bezuinigingsvoorstellen een extra verhoging voor de niet-woningen voorgesteld van € 0,65 mln. Daarnaast wordt voorgesteld om boven de nominale ontwikkelingen in de jaren 2005, 2006 en 2007 een extra OZB-verhoging voor woningen en voor niet-woningen toe te passen van 0,33% per jaar.

Uit de incidentele middelen hebben wij een bedrag gereserveerd van € 0,35 mln. om eenmalig een OZB-verlaging van 1% door te kunnen voeren. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de inspanningsverplichting die ons college is aangegaan bij de begrotingsbehandeling in november 2002. Wij zullen deze eenmalige teruggaaf verrekenen met de aanslag voor 2004. Op die manier behoeven er geen extra uitvoeringskosten voor te worden gemaakt.

De bezuinigingsvoorstellen

Hierbij treft u aan een pakket aan bezuinigingsvoorstellen ter grootte van € 5,0 mln. De taakstellingen die per programma waren meegegeven worden hier in grote lijnen mee gerealiseerd. Zoals afgesproken zijn in de voorstellen de gebieden onderwijshuisvesting, veiligheid en beheer van de openbare ruimte ontzien. Dit pakket betreft 60 voorstellen. Alle voorstellen hebben een uniforme opbouw en zijn gebundeld in de bijlage.

In een afzonderlijke bijlage zijn de bezuinigingen in de bedrijfsvoering gespecificeerd. Deze zijn onder onze verantwoordelijkheid binnen de ambtelijke organisatie voorbereid en zijn onderwerp van beraadslaging met de ondernemingsraad. Dit betreft een bedrag van € 1,0 mln. Deze voorstellen hebben ook consequenties voor het personeel en het implementatiebudget en worden mede daarom in het totale overzicht betrokken.

In het vervolg van deze nota gaan we kort in op een aantal aspecten. Daarbij schenken we aandacht aan de in- en externe effecten en verantwoorden en motiveren we de keuzes vanuit het motto "Kiezen, vernieuwen en gewoon doen". We sluiten af met een aantal uitgangspunten waarover we de instemming van uw raad vragen.

Het zoekproces

Op basis van de taakstellingen van de programma’s hebben wij mogelijkheden geïnventariseerd om tot bezuinigingen te komen. In de uiteindelijke keuzes was het motto van de operatie (kiezen, vernieuwen, doen) de toetssteen; voorstellen in de sfeer van kaasschaafmethoden zijn vermeden. Uitdrukkelijk is ook de lijst met subsidies geanalyseerd en zijn de bestaande contracten met externe partijen tegen het licht gehouden. Hiermee resulteert een pakket aan voorstellen waarvan wij menen dat het voldoet aan de gegeven opdracht.

Dat neemt uiteraard de pijn van vele voorstellen niet weg.

We hebben gestreefd naar evenwichtigheid met name in de twee programma’s met een omvangrijke taakstelling: Wijkontwikkeling/Beheer op maat en Zorg en welzijn.

Die evenwichtigheid betreft het zoeken van een mix van voorstellen in de sfeer van profijt, doelmatigheid, vernieuwing, beperking van beleidscapaciteit en keuzes.

Bij voorstellen in de sfeer van profijt hebben we waar mogelijk vergelijkingen getrokken met andere gemeenten. Ook daar waar Amersfoort een eigen gemeentelijke component toevoegt boven het wettelijk beleid is daar kritisch naar gekeken.

Het college heeft in beperkte mate met externe partijen overleg gevoerd over de voorstellen. Het voeren van overleg in een fase van onderzoek is ingewikkeld. Zowel voor het college als voor de betrokken partij. Het gaat tenslotte niet om een welkome boodschap. Er ontstaat een risico dat het verhaal vroegtijdig op straat komt waarmee een zorgvuldige onderzoeksfase uit evenwicht kan raken. Daarom is besloten gericht te overleggen in situaties waar sprake was van samenloop van voorstellen of waar het functioneel gewenst was omdat het om het inbreken op contracten ging en tenminste de haalbaarheid bij de derde partij getoetst moest worden.

Wij vertrouwen erop dat de afspraken die nu gemaakt zijn over de hoorzittingen en daarna volgende consultaties tot een voldoende breed en diep inzicht in effecten en/of alternatieven zullen leiden om in het najaar tot besluitvorming te kunnen komen.

 

 

 

 

 

Consequenties van de voorstellen

Bij elk voorstel zijn de feitelijke consequenties zo goed mogelijk aangegeven en geanalyseerd. Wij verwijzen hiervoor naar de afzonderlijke teksten.

Aparte aandacht is geschonken aan de personele effecten. Het college heeft vroegtijdig ingezet op een operatie waarbij zoveel mogelijk gedwongen ontslag kan worden voorkomen door gebruik te maken van mobiliteit en een selectieve vacaturestop. Hierover is ook met de vakorganisaties overlegd wat heeft geresulteerd in het vaststellen van een sociaal statuut voor deze operatie.

Het is nog niet mogelijk om een precieze berekening te maken van de personele consequenties. De nu gepresenteerde voorstellen houden in dat er naar verwachting circa 15 arbeidsplaatsen vervallen bij de gemeente en mogelijk circa 20 bij de instellingen. Dat is inclusief het effect van de 1 miljoensoperatie in de bedrijfsvoering. De instellingen zijn al in een vroegtijdig stadium geïnformeerd over deze mogelijke ontwikkeling zodat zij, net als de ambtelijke organisatie, hier zo goed mogelijk in preventieve zin op konden reageren.

Globaal is onderzocht of er groepen in de samenleving zijn waarbij sprake is van cumulatie van negatieve effecten. Dat lijkt op groepsniveau niet het geval te zijn.

Fasering en implementatie

Ons streven was erop gericht om bezuinigingen zo vroeg mogelijk beschikbaar te krijgen. De fasering is uiteindelijk bepaald door externe omstandigheden, opzegtermijnen, voorbereidingstijd of personele overwegingen.

Voor de implementatie van alle voorstellen (ook die vanuit de ombuiging bedrijfsvoering) is een bedrag benodigd van circa € 4,0 mln. Hierin zitten personele kosten (omscholing, afvloeiing, ondersteuning), onderzoeks- en advieskosten, kosten voor het aanpassen of stoppen van contracten en investeringskosten. Om de voorstellen te kunnen realiseren zal dit budget beschikbaar moeten komen. Bij de eenmalige middelen is dit bedrag dan ook meegenomen.

OZB-voorstel.

Nu de afschaffing van de OZB voor woningen niet door gaat blijkt het niet mogelijk om op korte termijn een bedrag te realiseren van 1 miljoen meeropbrengst alleen voor niet-woningen. Het is wel mogelijk om binnen de bestaande regelgeving de tariefsdifferentiatie tussen woningen en niet-woningen te maximaliseren. Dat leidt tot een opbrengst van € 627.000,-- uit niet-woningen. Om de beoogde € 1,0 mln. te realiseren zal een aanvullende algemene verhoging van de OZB nodig zijn in de jaren 2005 tot en met 2007 van 0,33% per jaar.

Totaaloverzicht met de fasering

In onderstaand overzicht staan alle 60 voorstellen genoemd. Onder hun volgnummer binnen het programma zijn de voorstellen terug te vinden in de bijlage. De bedragen zijn in duizenden Euro’s.

Bij vier van de tien programma’s wordt de taakstelling niet volledig binnen het programma gerealiseerd. Dat wordt gecompenseerd doordat een aantal onderwerpen uit het programma bedrijfsvoering kan worden ingezet om de taakstellingen sluitend te maken. Daarbij gaat het om de toeristenbelasting, het aanpassen van het contract met de SRO inzake verhuur en de verhuur van monumenten. Met die bedragen erbij ontstaat het totaalbedrag van 4 miljoen.

 

2004 2005 2006 2007

Programma 1 – Veiligheid: 100

    1. Brandkranen 34 34 34 34

1.2 Bereikbaarheidskaarten 53 53 53 53

    1. Voorlichtingsmateriaal/diversen 13 13 13 13

100 100 100 100

Programma 2 - Wijkontwikkeling/Beheer op maat: 1.000

2.1 Leefbaarheidsbudgetten 49 49 49 49

    1. Onkruidbestrijding 75 75 75 75

2.3 Reclame-opbrengsten 40 40 40

2.4 Leges en precario openbare ruimte 22 22 72 72

2.5 Beheerbeleid 70 130 130

    1. RWA-opslagbudget 200 200 200 200

2.7 Vegen en kolkenzuigen 50 100 100

2.8 Milieubeleid 50 50

2.9 Milieupolitie 59 59 86 86

2.10 Vosheuvel 100 100

2.11 Milieu-uitvoering Gewest 50 50 50

2.12 Wijkbeleid 48 48 48

405 663 1000 1000

Programma 3 - Zorg en Welzijn: 1.000

    1. Maatschappelijke opvang 136 136 136 136

3.2 Kinderopvang specifiek 115 115

3.3 Kinderopvang algemeen 75 75 75

3.4 Zorgloket 40 40 40 40

3.5 Ex AMA’s 16 16 16 16

    1. Servicetelefoon/Meldpunten 120 240 240 240
    2. Buurtcentra 130 130 130 130

3.8 Sociaal debat en premies 50 50 50 50

3.9 Vrijetijdsaanbod 20 40 80 80

512 727 882 882

Programma 4 – Onderwijs: 300

4.1 Logopedie 131 131

4.2 Onderwijsbeg. achterstandsscholen 62 62

4.3 Onderwijsbegeleiding algemeen 22 22 22 22

4.4 Eindtoeten basisonderwijs 25 25 25 25

4.5 Allochtone talen 30 30 30

4.6 Volwasseneneducatie 30 30 30 30

77 107 300 300

Programma 6 - RO/Wonen: 100

6.1 Structuurvisies 30

6.2 Leges RO-procedures 25 25 25 25

6.3 Kosten-kwaliteitstoets volkshuisv. 10 10 10 10

6.4 Vergunningen volkshuisvesting 20

6.5 Woonconsumenten 5 10 15 15

40 45 45 100

Programma 7 - Economie/bereikbaarheid: 100

7.1 Verkeerstaak Gewest 15 15 15 15

7.2 Garage Stadhuisplein 45 45 45 45

7.3 Verkeersbeleid 30 30 30 30

7.4 Economisch beleid 10 10 10 10

100 100 100 100

Programma 8 - Cultuur: 400

8.1 Bibliotheek 75

8.2 Evenementenbureau 30 89 89

8.3 Omroep Amersfoort 15 30 57 105

8.4 Studiebijdragen kunst 45 45 45

8.6 Gemeente-archief 15 25 25 25

30 130 216 339

Programma 9 - Toerisme, recreatie, sport: 300

9.1 Sportbeleid 43 43 43 43

9.2 Sportaccomodaties 43 86 130 130

86 129 173 173

Programma 10 - Participatie/communicatie : 300

10.1 Stedenband 40 40 40

10.2 Amersfoort magazine 27 27 27 27

10.3 Dienstverleningsbeleid 40 40

10.4 Openingstijden publiekszaken 8 8 8 8

10.5 Observant 50 50 50

35 125 165 165

Programma 11- Werk en inkomen: 400

    1. Schuldhulpverlening 154 154 154 154

11.2 Gesubsidieerde arbeid 150

11.3 Voorlichtingsmateriaal 29 29 29 29

11.4 WSW-vergoedingen 18 18 18

11.5 Kinderopvang ABW 49 49 49

183 250 250 400

Programma 12 - Bedrijfsvoering: 1.000(OZB)

    1. Toeristenbelasting 122 122 122 122
    2. OZB 627 751 875 1000

12.3 Verhuurcontracten SRO 102 235 294

12.4 Verhuur monumenten 10 20 25 25

759 995 1257 1441

NB: programma 12 wordt (met uitzondering van de OZB) ingezet om de taakstellingen in de andere programma’s te realiseren.

Totaal:

Programma 1: Veiligheid 100 100 100 100

Programma 2: Wijkontw./Beheer op maat 405 663 1000 1000

Programma 3: Zorg en Welzijn 512 727 882 882

Programma 4: Onderwijs 77 107 300 300

Programma 6: RO/Wonen 40 45 50 100

Programma 7: Economie/bereikbaarheid 100 100 100 100

Programma 8: Cultuur 30 130 216 339

Programma 9: Toerisme, recreatie, sport 86 129 173 173

Programma 10: Participatie/communicatie 35 125 165 165

Programma 11: Werk en inkomen 183 250 250 400

Programma 12: Bedrijfsvoering 759 995 1257 1441

2327 3421 4493 5000

 

 

 

 

Conclusies

Gezien de onzekere financiële en economische situatie achten wij een bezuiniging van € 4,0 mln. en een OZB-verhoging van € 1,0 mln. minimaal noodzakelijk naast een ombuiging van € 1,0 mln. binnen de bedrijfsvoering.

 

 

Voorstellen

Het college doet de gemeenteraad de volgende voorstellen:

  1. Veiligheid, beheer van de openbare ruimte en onderwijshuisvesting worden ontzien.
  2. Op de programma’s wordt € 4,0 mln. bezuinigd op de wijze als in deze nota aangegeven, er wordt € 1,0 mln. extra OZB geheven op de wijze als in deze nota aangegeven.
  3. Over de voorstellen met externe werking worden de betrokken doelgroep(en) of partijen geconsulteerd. Deze voorstellen worden met het resultaat van de consultaties in november aan de gemeenteraad ter besluitvorming voorgelegd, tenzij de uw raad reeds in april een "onaanvaardbaar" over een voorstel uitspreekt.
  4. Voorstellen die onder een "onaanvaardbaar" vallen leiden tot gaten in de taakstelling waarvoor uw raad dan alternatieven moet aangeven. Daarbij kunnen tot dusver ontziene programma’s (besluit 1) dan wel ontziene onderdelen van andere programma’s alsnog onderzocht worden.
  5. Voor de bestedingen binnen de beschikbaar komende middelen uit de verkoop van de REMU-aandelen moeten nadere keuzes worden gemaakt.
  6. Akkoord te gaan met de voorgestelde lastenontwikkelingen.

 

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort

 

BIJLAGE BEDRIJFSVOERINGSBEZUINIGINGEN

Het te bezuinigen bedrag is bestemd voor:

Invulling oude taakstelling 2006 0,3

Huisvesting Alpha-gebouw 0,3

ARBO-wetgeving 0,05

Beveiligingsbeleid 0,05

Juridische control 0,02

Bedrijfshulpverlening 0,02

ICT c.a. 0,1

Impuls 0,15

TOTAAL 1,0

 

De invulling van de taakstelling wordt als volgt voorgesteld:

Huisvestingskosten: aanpassen normen, indikken,

en verhuur van ruimten 0,3

Bezuinigingen binnen de Concernstaf 0,15

Soberder wervingscampagnes personeel 0,07

Soberder drukwerk, opheffen "Stadhuisplein" 0,1

Bedrijfsrestaurant 0,16

Kerstpakketten 0,07

Diverse personele regelingen 0,02

Digitalisering copiërs 0,05

Tweede dienstauto college 0,04

Documentaire informatievoorziening 0,03

TOTAAL 1,0